Mondharmonica

De mondharmonica is een blaasinstrument dat ook wel mondorgel wordt genoemd.
De mondharmonica hoort bij de aërofonen; muziekinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door de trilling van een luchtzuil.

Als men de mondharmonica bespeelt houdt men hem in de handen. Met de ene hand wordt hij aan de zijkant vastgehouden en in de andere hand wordt hij neergelegd. Zo wordt de mond-harmonica voor de mond gehouden. Aan de voorkant heeft het instrument gaatjes (windkastjes), waar je door blaast of zuigt.

Als je de mondharmonica bespeelt blaas je door windkastjes. Elk kastje heeft zijn eigen toonhoogte. Dat komt door de verschillende lengtes van de rieten die aan de stemplaten aan één kant bevestigd zijn. Deze liggen aan het einde van de windkastjes. Als door de windkastjes geblazen wordt, worden de blaasrietjes omhoog geduwd. Als door de windkastjes gezogen wordt, worden de zuigrietjes omlaag getrokken. Zo ontstaan de tonen. De speler krijgt de verschillende tonen door met zijn tong de windkastjes te bedekken die hij niet wil laten klinken.

Er is een indeling te maken in verschillende soorten mondharmonica's; diatonisch-chromatisch-en speciale mondharmonica's (bas/akkoord/picolo/mini/maxi/dubbel en meerdere exotische modellen). In eerste instantie wil ik mij richten op de diatonische mondharmonica's. Deze zijn weer onder te verdelen in Richter-,Knittlinger-,en de Weense mondharmonica's. Richterharmonika's hebben 10 tot 12 enkele windkastjes Knittlingerharmonica's hebben dubbele windkastjes. Weense mondharmonica's zijn tremoloharmonica's. 

Voor beginners die de mondharmonica willen leren bespelen wordt gewerkt met de Richterharmonika's. Deze hebben in tegenstelling tot de andere harmomica's een standaardmodel. Voor deze mondharmonica is een eenvoudige lesmethode toe te passen.

De docenten geven je graag advies over het instrument; over het merk, de minimale beginleeftijd en de fysieke geschiktheid.

15 en ouder?   Meld je dan aan via de contactbutton bij (een van) de docent(en) hieronder.